Israelzondag
Want voor de HEER gold dat volk als het zijne
Zusters en broeders,
‘Maar het is toch het uitverkoren volk?’ Voor de Heer gold dat volk immers als het zijne, dat Hij het land heeft beloofd? Moeten we dan niet een oogje toeknijpen? Want Israël heeft toch recht op bestaan?
Allemaal kennen we deze gedachten wel. Hebben er tenminste van gehoord, en mogelijk zelf ook sympathie voor; of voor gehad. Inmiddels is het wel wat gaan schuren, die liefde voor Israël. De huidige situatie in Gaza verdeelt de geesten, het land en ook de kerk. Politiek noch kerk kunnen, durven of willen positie in te nemen. Komende week zullen we een gespreksavond hebben over de situatie in Gaza, en over het zwijgen van de kerk. Het moderamen van de synode is gevraagd uit te leggen waarom de kerk zich in stilzwijgen hult. Maar ze komt niet’; wil niet ‘kiezen voor de Palestijnen of voor Israël.’ Zijn de meningen in de kerk immers niet té verdeeld?
Met spanning werd uitgezien naar deze dag: Israelzondag. In 1949 werd deze dag ingevoerd om gestalte te geven aan de onopgeefbare verbondenheid met het volk Israël. De gruwelijkheden van de Holocaust had de kerk aan het denken gezet; met de neus op de feiten gedrukt. Ook de christelijke theologie was bepaald niet van antisemitische smetten vrij geweest. Joden zouden de christenmoordenaars zijn geweest, en hebben Jezus nooit als Messias erkend. Menig, ook groot theoloog, heeft zich zo denigrerend over Joden uitgelaten, inclusief Luther en Erasmus. De christelijke theologie heeft zeker bijgedragen aan het klimaat dat tot de holocaust kon leiden. En trekt er terecht het boetekleed over aan. Als de theologie en de kerk veel éérder hiertegen protest had aangetekend was het misschien nooit zover gekomen, en waren we er in ieder geval niet medeplichtig aan. Israëlzondag moest de onopgeefbare verbondenheid met het Joodse volk stem geven, om dit vorm te geven.
Maar inmiddels is het een dag vol hoogspanning geworden. Want wat de Joden hebben ondergaan, voeren ze nu zelf uit tegen de Palestijnen. Een genocide, die niet zo mag heten, voltrekt zich in Gaza. Wat moeten of kunnen we daar van vinden, ook als kerk? ‘Moeilijk, heel moeilijk’, zeggen veel mensen. En schrijft ons het moderamen van de synode: ‘We kiezen er als kerk voor om het uit te houden in de spanning als een weg uit de polarisatie; we weigeren om een eenzijdige kant te kiezen en maken een krachtige keuze vóór Joden en vóór Palestijnen; we komen op voor medemenselijkheid en luisteren naar de wonden; we zoeken naar wat heelt en verbindt en komen op voor gerechtigheid en vrede, samen met onze partners en anderen. Dat alles vanuit de inspiratie van de waarden van Gods Koninkrijk.”
Mooie en behartenswaardige woorden. Maar één met een hardnekkig en vreemde denkfout: want het gaat er niet om om een eenzijdige kant te kiezen, en een krachtige keuze vóór de één of voor de ander. Het moet een krachtige keuze zijn tegen de grenzeloze spiraal van geweld. Als dat geweld van Hamas komt, heeft niemand moeite het te veroordelen, ook al komt ook dat geweld niet zomaar uit de lucht vallen. Maar het staatterreur van Israel lijkt veel moeilijker om te veroordelen? 1200 slachtoffers maakte Hamas; Israël heeft dat aantal inmiddels meer dan 50 maal overtroffen! Met tenminste 83% burgerslachtoffers, waarvan 1/3 kinderen; vele nog zuigelingen.
‘Moeilijk, moeilijk’ zou het zijn? Wat is er moeilijk aan, om dit buitensporige geweld ondubbelzinnig af te wijzen? Als we geïnspireerd zeggen te zijn door de waarden van Gods Koninkrijk, dan gaat het toch om het toekeren van de anderen wang, om het bidden voor de vijanden? En niet om het afslachten van 20.000 kinderen?! Hoe moeilijk kan dat zijn?
‘Maar het is toch het uitverkoren volk?’ Lang kunnen we praten over wat dit precies betekent; waar het vandaan komt en hoe het is bedoeld. Lang, veel te lang kunnen we daar over praten en zullen we er over praten als we ‘de verscheidenheid in opvattingen in eigen gelederen bespreekbaar willen maken.’ Het gaat niet om de verscheidenheid in eigen gelederen, het gaat om het goedpraten van een volkerenmoord en het wegkijken bij massaslachting. In het licht van het Koninkrijk kàn daarover geen verscheidenheid van opvattingen bestaan, alsof er in de liefde van Christus misschien niet ook iets vóór genocide te zeggen zou zijn.
Dat kan niet, en dat kan zeker niet wanneer het om het volk gaat dat is uitverkoren door de God van liefde en gerechtigheid. Die uitverkorenheid van het volk Israël is voor ieder die de Bijbel leest en ernstig wil nemen een belangrijk begrip. Oók als we er lang over zouden praten, ook als we de tekst van vandaag nauwkeurig zouden bekijken en zouden zien dat sommige centrale woorden in de loop van de eeuwen zijn veranderd, en óók als we op zouden merken dat in het Nieuwe Testament niet meer de etnische afstamming centraal staat, maar het navolgen van Christus; -ook dan is de uitverkiezing van het volk Israël belangrijk.
Maar nóóit is het een morele vrijbrief geweest om grenzenloos geweld te plegen. Integendeel; het gaat om een opdracht van God om gerechtigheid en barmhartigheid en naastenliefde te doen. Nooit is het om onvoorwaardelijke steun voor foute politiek gegaan, omdat het altijd onder de voorwaarde van het verbond stond.
Het volk kon de steun van God dan ook verliezen, als het de voorwaarden van het verbond schond; en Zijn kinderen Hem ontrouw werden. Juist op die manier heeft het Oude Testament de periode van de ballingschap verstaan. Verdreven was het volk uit het land, omdat het ontrouw was geworden aan de opdrachten van God. En als gerechtigheid opnieuw grenzeloos geschonden wordt zou een volgende ballingschap; een nieuw verlies van het beloofde land, niet heel goed voorstelbaar zijn? Als Israël deze politiek blijft volgen, heeft de terreurstaat dan recht van bestaan?
En is dat niet iets waar we voor moeten waarschuwen? Niet omdat we tegen Israël zouden kiezen, maar juist vanuit onopgeefbare verbondenheid. Want de staat Israël is bezig niet alleen de Palestijnen te vernietigen, maar ook haar eigen ziel te verliezen. Wat als uitverkorenen ordinaire misdadigers blijken te zijn? Wat als dienstplichtige jongens over een aantal jaar beseffen kindermoordenaars te zijn? Wat als de wereld zich realiseert dat het toeknijpen van oogjes bij evident geweld, altijd tot medeplichtigheid leidt?
Zou het ooit zover gekomen zijn als we niet al decennia eerder protest hadden aangetekend? Onderhand is het de allerhoogste tijd om dat ondubbelzinnig te doen: terreur is nooit goed te praten, of dat nu van Hamas of van de terreurstaat Israël komt.
Amen
Deel deze preek
Deuteronomium 32: 3-9
Want de naam van de HEER roep ik uit:
Hij is onze God, laat iedereen Hem prijzen!
Hij is een rots, Hij staat voor recht;
alles wat Hij doet is volmaakt.
Trouw is God, rechtvaardig en zuiver,
in Hem is geen spoor van kwaad.
Maar zijn kinderen werden Hem ontrouw:
tot hun schande gaven zij hun kindschap op.
Vals is deze generatie, en trouweloos.
Is dit uw antwoord aan de HEER?
Hoe komt u zo dwaas? Waar is uw verstand?
Is Hij niet uw vader, uw schepper?
Hij heeft u gemaakt, Hij riep u tot leven.
Denk aan de tijden van weleer,
verdiep u in het verre verleden.
Vraag uw vader ernaar, hij zal het vertellen;
vraag de oudsten en zij zullen verhalen.
Toen de Allerhoogste land toewees aan elk volk
en de mensen ieder hun deel gaf,
bepaalde Hij de grenzen voor alle volken
naar het aantal nazaten van Israël,
want voor de HEER gold dat volk als het zijne,
Jakob was het deel dat Hij zichzelf toemat.