Alle preken

'Mijn vrede laat ik u'

Ik laat jullie vrede na; mijn vrede geef Ik jullie, zoals de wereld die niet geven kan.

Zusters en broeders,

Zouden we niet hunkeren naar de vrede? Vorige week was er een massale demonstratie voor de vrede. Nou ja, tegen het geweld in Gaza. En we zouden voor veel méér wel kunnen demonstreren. In Oekraïne komt maar geen einde aan de oorlog. In Soedan laait geweld op en op zoveel plaatsen wordt bloed vergoten, soms op enorme schaal terwijl de wereld er niets van afweet. Is demonstreren voor de vrede in Gaza dan niet een beetje willekeurig?

Sowieso al een beetje riskant. Want als het om Gaza gaat, wie zijn eigenlijk de boosdoeners? Is dat niet Hamas, die het geweld is begonnen? Hebben de Palestijnen het niet aan zichzelf te wijten? En is wijzen naar Israël niet gewoon antisemitisme? Of is dàt argument onderhand de sleetse schaamlap om zionistisch geweld uit de wind te houden? En een smet op de nagedachtenis van de slachtoffers van de Holocaust die destijds ook kansloos aan minachting waren overgeleverd? Is het bovendien niet Hamas die het geweld ooit is begonnen, omdat Hamas zelf een gevolg van de verdrijving van Palestijnen uit gebieden die door Israël zijn ingepikt.

Zeker ook in de kerk kan de discussie beladen voelen en soms hoog oplopen. Israël is immers het volk van God en aan dat volk is toch het land beloofd? En zijn de Palestijnen niet gewoon de oude Filistijnen, die we als aartsvijanden zo dikwijls in het Oude Testament aantreffen? Israël kan op véél sympathie rekenen, zeker ook in kerkelijk kring.

Of is die landsbelofte bedoeld om een land van gerechtigheid te creëren? Om vrede en gerechtigheid na te streven en is de bloeddorst die meer dan 50.000 slachtoffers eist (waarvan één-derde kinderen) het tegenovergestelde van wat ooit in de Bijbel werd bedoeld? Zijn bovendien de huidige Palestijnen niet verwant aan de Filistijnen van destijds, maar deels Arabieren en deels mogelijk voortgekomen uit oorspronkelijk joodse bevolkingsgroepen die vanaf de 6e eeuw stilaan Moslim zijn geworden?

Zijn we als kerk geroepen om pal te staan voor Israël, en zonder voorbehoud onze steun te verlenen? Of maakt de religieuze bijklank ons blind voor gradaties van geweld die nergens nooit in ook maar enige vorm op begrip zou kunnen rekenen als het om een ander land ging?

 

Of zijn al dit soort overwegingen precies de reden waarom ‘de wereld’ de vrede van God niet geven kan? Want blijft het denken gevangen in voor en tegen.

 

In ieder conflict denken we snel in termen van vrienden en vijanden. Denken we in termen van schuldigen en onschuldigen, in termen van aanstichters en slachtoffers. En worden we daarmee tot een keuze gedwongen: of de ene partij, of de andere partij kiezen. Hamas de hele Zionistische entiteit vernietigen en wie het daar niet mee eens is, is de vijand (en misschien wel doelwit). Andersom zijn voor Israël alle Palestijnen vijanden, en ieder die dat niet onverkort steunt, is tegenstander (zoals journalisten die in deze oorlog expliciet doelwit zijn). Vrede wordt het in deze situatie pas als één van de partijen op de knieën wordt gedwongen, of als beide partijen de strijd niet meer vol kunnen houden; als de prijs te hoog wordt, of de middelen uitgeput.

In Gaza is de prijs nog niet te hoog. Met steun van Amerika, maar ook, nog altijd met begrip van onder meer Nederland, kan dit rijke land het nog wel even volhouden. Met wortel en tak moet de vijand worden bestreden. Nietsontziend en genadeloos wordt er op de Palestijnen ingehakt. Want op de knieën moet het volk van Gaza. Of weg. Of misschien helemaal van de aardbodem weggevaagd. De Israëlische politiek is in feite niet eens geheimzinnig over de genocide die wordt aangericht. Want de vijand moet worden verslagen. Vrede wordt op de vijand veroverd.

 

Dat is de vrede die de wereld belooft. En het is niet de vrede van Christus.

 

In het licht van het bloedvergieten dat we overal om ons heen zien, is iedere vrede beter dan de oorlog. Maar in de wereld zal het altijd om politieke afwegingen gaan, om de balans tussen machten en krachten. Zo’n vrede is altijd een dreigende oorlog. Omdat het in kampen en partijen blijft denken. In die vrede is iedere vriend een mogelijke vijand, een bondgenoot een mogelijke tegenstander. En dat kan een dunne lijn zijn. De ooit betrouwbare bondgenoot Amerika is dat inmiddels niet meer. Onbeschaamd staat het eigen belang boven alles; ook boven betrouwbaarheid, loyaliteit, eerlijkheid, rechtvaardigheid. En zijn dát niet de wegen van de wereld; om voor het eigen belang te gaan? En de vrede op de vijand te veroveren. En dan moet je niet naïef zijn, want ook de grootste bondgenoot kan in een onbetrouwbare partner overgaan; een misschien tot vijand worden. Wees dus maar op je hoede. Misschien hadden we meer op onze hoede moeten zijn. Hadden we, zoals Mattheüs ergens schrijft, voorzichtig moeten zijn als een slang. Maar dan wel met de onschuld als een duif, zoals hij erbij schrijft.

De roep om eigenbelang klinkt in onze dagen overal en hard. Het lijkt stoer en daadkrachtig. Maar het is kortzichtig, om de ander uit het oog te verliezen. Blijkt dat niet uit de oorlog in Oekraïne? Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie had de NAVO gas terug kunnen nemen. Maar we kraaiden victorie. En de Russen voelden zich bedreigd. Misschien onterecht. Maar is niet uit het oog verloren, dat Russen onrustig kunnen worden van een oprukkende NAVO-grens? En hebben we daarmee te weinig aan de belangen van anderen gedacht?

Wel degelijk is er een andere vrede mogelijk. Een vrede die niet op de vijand moet worden veroverd, maar een vrede waarin de vijand verdwijnt. Omdat hij een partner wordt. Omdat je niet alleen oog hebt voor het eigenbelang, maar ook voor het belang van de ander. Dat is een politieke vertaling van de christelijke naastenliefde. Na de tweede wereldoorlog is dat in Europa geprobeerd. En met alle mitsen en maren heeft die vrede wel degelijk 80 jaar standgehouden. Is dat naïef? Of is het aanjagen van vijandschap naïef?

Stoere taal leidt niet alleen tot bloedvergieten dat een ander geweld aan doet. Het leidt ook tot schade aan de ziel van de geweldenaars, en daarmee doe je jezelf geweld aan. Die rekening wordt pas later gepresenteerd, omdat het pas naar boven komt als mensen zich gaan realiseren wat zij hebben gedaan. Hoe draagt een volk de schuld van de moord op tienduizenden vrouwen en kinderen?  Dat kan alleen als de vijandschap nog verder wordt verscherpt. En dus kan dit geweld nooit een oplossing zijn voor vijandigheid. De haat wordt er wederzijds alleen maar door verdiept.

Kan het anders? Wel degelijk. Als we ons realiseren dat de wereld niet ons eigendom is. Ons eigendom dat we beschermen of veroveren moeten. Het is een geschenk dat we koesteren mogen. En delen. Zeker vereist dat zorg, en verantwoordelijkheid. En moeten we het niet te grabbel gooien aan kwaadwillenden. Maar de wereld is niet iets dat we voor onszelf moeten willen houden, maar wat we anderen ook gunnen. Vijandigheid leidt tot steeds minder, delen leidt tot steeds meer. De vrede van Christus is beter dan haat.

Gaan wij vanmorgen de grote wereldproblemen even oplossen? Vast niet. Maar het begint in het klein. Het begint waar gerechtigheid en liefde worden gepredikt, gedeeld en gedaan. Gepredikt is het. Delen zullen we het, straks aan het avondmaal. En doen moeten we het; als we weer de wereld in gaan. Gestekt aan de tafel van de Heer, en vervult met de zegen, die ons de Geest van God meegeeft.

Amen

25 mei 2025
Wouter Slob
Ontmoetingskerk
Openbaring 21: 10-12; 22-27 Johannes 14: 23-29