Alle preken

Hosanna!

Kerk en politiek?

Zusters en broeders,

Politiek in de kerk is altijd een heikel thema. Want ja, zoveel mensen, zoveel zinnen. In de jaren 80 dreigde het politieke kernwapendebat de kerk te verscheuren. Waren massavernietigingswapens toegestaan, en had de kerk daar iets over te zeggen? Sommigen wilden er een zogeheten status confessionis van maken; een zaak van de belijdenis. Dat betekent zoveel dat de tegenstanders ketters worden verklaard, en afgesneden van de kerkelijke gemeenschap en de sacramenten. Was dit een dwingende conclusie vanuit het geloof, of spanden we God hiermee voor ons eigen karretje?

Sinds de jaren 80 zijn we wel wat voorzichtiger geworden met politiek op de kansel. Want is er niet vaak voor alle posities wel iets te zeggen; zoveel mensen, zoveel zinnen. En zoveel mensen zijn er niet eens meer. Dan moeten we ze nóg minder voor het hoofd zien te stoten. Want zouden we de zeldzame rest dan niet óók van ons vervreemden? Die kans bestaat zeker. De christelijke politiek, ooit vanzelfsprekend sterk in plattelandsgebieden, durfde lang de bijvoorbeeld klimaatpolitiek niet aan te pakken. Dat wordt anders, en vervolgens voelen veel plattelanders zich niet meer gehoord en gezien, en hebben massaal anders gekozen. Andere partijen die erg op de oude christendemocratie kunnen lijken. Maar dan zonder God. En zonder al te veel last misschien van Zijn geboden en opdrachten. Hadden de traditionele christelijke partijen meer naar deze mensen moeten luisteren? Want is dat niet de grote onvrede: dat er niet naar ons geluisterd wordt? Dat onze belangen niet meer tellen?

Had Jezus maar méér naar het volk geluisterd! En daar had Hij echt geen moeite voor hoeven doen. Bij Zijn ingang in Jeruzalem, riepen we om het hardst: Hosanna! Zegen voor wie komt in de naam van de Heer! Destijds in Jeruzalem haalden de mensen Hem binnen als koning. En wij doen het vandaag dunnetjes over.

Had Hij maar beter naar de massa’s geluisterd; die Jezus. Dan waren het misschien massa’s gebleven; ook toen Hij een paar dagen later werd opgepakt door zijn tegenstanders. Vast waren ze bereid geweest voor Hem de overheidsgebouwen te bestormen. Hadden ze Hem in het zadel geholpen. Zoals dat anderhalve eeuw daarvóór met een geslacht van hogepriesters ook was gebeurd. Zou dan het programma van Jezus niet veel beter hebben kunnen doordringen? Misschien dat dan wel meteen in het jaar 33 het koninkrijk van God uitgeroepen had kunnen worden. Dan zouden we de afgelopen tweeduizend jaar van narigheid, oorlogen, geweld en bloedvergieten, allemaal niet nodig hebben gehad. Gemiste kans, van God. Laten we maar op een andere partij stemmen? Zonder Hem en zonder last van de geboden en opdrachten tot naastenliefde, gerechtigheid en zorg voor de schepping.

Jezus deed het niet; wilde geen koning worden. ‘Mijn koningschap is niet van deze wereld,’ lispelt Hij, een beetje theatraal, als Hij tot bloedens toe gemarteld is. Houdt Hij zich dus verre van politiek?

Voor Zijn tegenstanders was Jezus wel degelijk een politieke factor. En misschien waren zij minder bang voor de meute dan voor de ondermijnende kracht van de boodschap van Jezus. Want waar de meute met sterke slogans nog wel op te hitsen is, is de boodschap van principiële liefde dat veel minder. Wie de belangen van ‘ons’ zegt te behartigen, die krijgt de massa’s wel op de been, maar wie tot liefde oproept wijst op de belangen van anderen. En is dat niet snel véél gevraagd; te veel gevraagd?

Politiek op de kansel is riskant, want denken we er niet allemaal anders over? En wie heeft er dan gelijk? Wie hééft God dan aan zijn zijde? Waren dat de vredesactivisten in de jaren 80. Of, achteraf, misschien toch zíj die liever géén Rus in de keuken zagen. Niet alleen de aanvalsplannen die gevonden werden na de val het IJzeren Gordijn, hebben ons de ogen misschien geopend; de huidige speciale militaire actie in Oekraïne en de staat van de democratische verkiezingen in Rusland zijn niet zomaar geruststellend als het gaat om de goede bedoelingen van de Russen.

Is dat niet extra reden om voorzichtig te zijn met politiek? Want als we God te makkelijk voor ons politieke karretje spannen, dan tooien wij ons eigen gelijk toch met God? En dan wordt God een verlangstuk van de macht, en van onze belangen. Dat is precies wat Poetin doet, die zich steeds van de steun van de Russisch-Orthodoxe kerk verzekert. Dat is wat de hogepriesters in 33 na Christus in Jeruzalem deden. Dat is, óók, wat er in Israël gebeurt. Het land is toch aan de Joden beloofd? Met de staat Israël kwam die belofte eindelijk uit. Reden, ook voor veel christenen, om het huidige beleid van de staat Israël te steunen, want het moet wel Gods wil zijn.

Maar het is nóóit Gods wil om onze menselijke belangen te ondersteunen. Want Christus is niet gekomen om te heersen, maar om te dienen. We zongen lied 160b naar Filippenzen 2: laat onder u de gezindheid zijn van Jezus Messias. Hij legde Zijn almacht af, en kwam als een dienstknecht; ‘slaaf’ kan zelfs vertaald worden. Geloof kan nooit politiek worden als het om het veiligstellen van onze eigen belangen gaat. Maar in dienstbaarheid zal het geloof altijd óók een politieke factor zijn, omdat ze altijd de vraag naar de menselijke macht zal stellen. Omdat ze altijd, profetisch, de vraag naar gerechtigheid zal stellen. Omdat altijd, de oproep tot naastenliefde niet om een fijn gevoeletje in ons diepste binnenste gaat, maar om het zien van de ander. Omdat respect altijd belangrijker zal zijn dan eigendunk en eigenwaan. Omdat de tegenstander zich misschien te weinig gehoord en gezien voelt. Omdat, broeders en zusters, wijzelf vaak genoeg miskleunen en het dus ook bij het verkeerde eind kunnen hebben.

Een politiek die God voor zijn karretje wil plaatsen door concrete stemadviezen te geven en tegenstanders tot ketter te verklaren, zo’n politiek hoort niet in de kerk thuis. Maar de vraag of we gerechtigheid doen, en vanuit liefde leven, hoort wel degelijk, bij uitstek, van de kansel te klinken. En dan worden er óók harde noten over de politieke realiteit gekraakt. Want een politiek van gerechtigheid is niet te verenigen met militaire acties waarbij terreurdaden meer dan dertig maal op ook-vrouwen-en-kinderen gewroken worden. Is niet te verenigen met een politiek die een vermeend ‘ons’ op de eerste plaats zet, want in de liefde gaat het altijd om de ander. En is evenmin te verenigen met een politiek die de val van het IJzeren Gordijn destijds zag als overwinning voor het vrije westen.

In dienstbaarheid kunnen we daarbij anderen aanspreken, maar dan toch alleen als we zelf ook aanspreekbaar zijn op wat bij onszelf aan te spreken is. Uiteindelijk lopen wij ook mee, als Christus als koning binnen wordt gehaald. Roepen wij evengoed Hosanna, en is het nog maar de vraag of wij ook onder het kruis staan, als Christus niet de koning van deze wereld blijkt te zijn.

Amen

24 maart 2024
Wouter Slob
Stevenskerk
Marcus 11: 1-11 Jeremia 4,19-5,1