Alle preken

liturgie en betekenis

Is er een specifiek aantal keer dat de klok slaat tijdens het Onze Vader?

Zusters en broeders,

‘Is er een specifiek aantal keer dat de klok slaat tijdens het Onze Vader?’ Nog een vraag die werd ingediend. Slaat de klok bij het Onze Vader? Hier, geen enkele keer, want er is geen klok. In de Ontmoetingskerk wel en in Beek ook. Vooraf wordt de klok geluid om mensen op te roepen: komkomkom. Bij het Onze Vader denkelijk om de plechtigheid van het moment te onderstrepen. Maar misschien is dat wel een verklaring achteraf, en is het gewoon ontstaan. Zonder bedoeling die van te voren is bedacht.

Natuurlijk gebeurt dat meer, en is dat meer gebeurd. Lang niet alle kerkelijke gebruiken hebben een duidelijke reden die vooraf werd geformuleerd. Dat doet aan hun waarde en betekenis overigens niets af. Want als alles bedacht zou moeten zijn, zou het ook wel erg bedenkelijk worden. Bedacht door mensen, dan, bovendien. Wanneer een kerkelijk gebruik is gegroeid, dan is het méér iets van een geschenk; iets wat tot ons komt, wat ons toevalt. Evengoed kunnen we dan een inhoudelijke betekenis ontwikkelen die wel degelijk zeggingskracht heeft. Het geloof ligt niet van alle eeuwen der eeuwen vast, maar gaat met ons mee. En blijft zó relevant en actueel. God, ik zeg het nog eens, is niet van gisteren, maar van vandaag op weg naar morgen.

De liturgie zoals wij die in de kerk vieren is zo een vrucht van eeuwenlange ontwikkeling. Waarin aspecten tot ons zijn gekomen, maar ook dingen zijn gegroeid, of zijn afgevallen. Waarin we dingen hebben overgenomen, soms al uit het Jodendom, maar andere dingen hun nadruk hebben gekregen door de theologie.

In het protestantisme geldt dat laatste met name voor de preek. Ook in andere kerken wordt er gepreekt en aan bijbeluitleg gedaan. Maar soms buiten de kerkdienst. Dat heb ik weleens in een Russisch-Orthodoxe kerk meegemaakt en in Taizé wordt slechts bij uitzondering in de dienst gepreekt; de bijbeluitleg gebeurt daar bij de dagelijkse Bijbelstudie. In het protestantisme is de Bijbel centraal komen te staan. Het Woord van God was belangrijker dan het belang van de kerk. Het lezen van de Bijbel was óók verkapte kritiek op de middeleeuwse kerk.

Kritiek op de godsdienst is van alle eeuwen. In het Oude Testament kunnen de profeten te keer gaan tegen de priesters. Met name de nadruk op offergaves was doelwit. Want de offers aan de Heer waren voor een belangrijk deel de inkomsten van de priesters. En als de priesters dan drukker waren met hun inkomen, óók al was het liturgisch nog zo verantwoord, dan was er toch iets mis: de zorg voor armen en behoeftigen bijvoorbeeld. Jesaja gaat zo te keer tegen de priesters.

Niet zelden had dat effect, en keerde de kerk terug van de ergste missers. Dat heeft de middeleeuwse katholieke kerk overigens ook gedaan, maar toen waren de spanningen al zo hoog opgelopen dat de protestantse kerken zijn blijven bestaan. De nadruk op de uitleg van het Woord: de Bijbel, de preek, ging uiteindelijk ten koste van het avondmaal. Dat was en is in de katholieke traditie het hart van de dienst. In de reformatie werd het uiteindelijk nog slechts een paar keer per jaar gevierd. Toevallig vandaag.

In de katholieke traditie is een gewijd priester vereist voor een echte eucharistie. Dat heb ik vorige jaar een keer uitgelegd, dus dat ga ik niet opnieuw doen (nalezen op het preekarchief!). In de protestantse traditie mag alleen de dominee het avondmaal bedienen, maar daar is in feite geen enkele reden voor. Want we zijn welkom omdat God ons uitnodigt, omdat we zijn verzoend in Christus. Het Bijbelboek Hebreeën komt dáárover te spreken. We hebben het niet hoeven te verdienen, want het wordt ons geschonken en we hoeven het slechts te omarmen.

Eigenlijk krijgt dàt stem aan het begin van de dienst. Als we ons hart openleggen en onze schuld belijden. Ooit heette dat de dienst der verootmoediging, maar dat woord is helaas wat in onbruik geraakt. Het gaat er echter om dat we de genade geschonken krijgen. Niet omdat we zo geweldig goed zijn, maar met alles wat er niet aan ons deugd. Zo zijn we aangenomen door Christus en in de lofprijzing, het loflied, krijgt dat stem. Dáárin aanvaarden we onszelf ook al zijn we onaanvaardbaar. Misschien is dat wel hart van de dienst…

Zo is de protestantse dienst opgebouwd uit drie grote blokken: de dienst der voorbereiding, waarin we schuld belijden en aanvaard worden door God, de dienst van het Woord, waarin de aanzegging tot ons komt en God door Zijn Woord tot ons spreekt, en tenslotte de dienst van het antwoord, of de dienst der dankbaarheid. In dat laatste stuk vieren we de genade van God. Als iemand wordt gedoopt bijvoorbeeld, of bevestigd of afscheid neemt als ambtsdrager. Een antwoord op de genade van God. En wanneer wij bij God aan tafel gaan in het avondmaal. Dat vieren we minder dan de katholieke traditie, misschien wel te weinig, maar het is wel degelijk vol betekenis. Want áán tafel zijn we welkom bij God zelf aan huis. Híj is blij met onze komst, dan kunnen we niet min over onszelf denken. Aan de tafel van God krijgt de liefde gestalte, en komen wij tot onszelf. Niet als iets van ooit, maar vandaag op weg naar morgen.

De zorgvuldige opbouw van de protestantse dienst is goed doordacht, maar niet per se van te voren zo bedacht. Maar daarmee wel vol van betekenis.

Maar die betekenis wordt niet altijd en overal meer verstaan. Dat heeft wellicht te maken met het soort taal wat we gebruiken; maar een taal die zich niet zomaar laat vervangen. Maar ook omdat sommige gebruiken ons niet veel meer zeggen, of in feite zijn uitgehold. Misschien geldt dat wel speciaal voor de preek. Want is dat niet de uitleg van een bepaalde dominee. Die heeft er voor geleerd, maar dat hebben zijn collega’s ook die er toch soms andere ideeën op na houden. Waarom zouden we ene uitleg verkiezen boven de ander? Misschien wel omdat de éne kanseltijger ons meer aanspreekt dan de ander. Maar zou de godsdienst op die manier van onze voorkeur afhankelijk moeten zijn?

De kanseltijgers zijn uitstervend ras. Niet alleen omdat de huidige dominees zulke lapzwansen zijn, maar ook omdat er zoiets als chatbox-preken is ontstaan. We hebben een paar maanden geleden uitgeprobeerd, of u het verschil zou horen. En de computer-preek was niet zomaar evident slechter dan de preek van mijn hand. Mij verbaasde dat niet, want ik vond de boodschap ook héél fatsoenlijk die uit ChatGTP rolde.

Komen we nog voor de preek naar de kerk? We hebben er na de dienst over doorgepraat en het bleek dat we niet alleen voor de theologische informatie naar de kerk gingen. Maar ook voor troost, bemoediging, steun van iemand, de voorganger, die ons kent en onze sores en dankbaarheid verwoorden kan. We komen samen om met elkaar te vieren. We komen samen om stem te geven aan de lofzang, en zeker ook om vorm te geven aan het lichaam van Christus op aarde. Dat is een oude benaming voor de gemeente die aan het avondmaal gaat, en het zijn óók woorden die zomaar vergeten zouden kunnen raken. En dat zou jammer zijn, want precies deze woorden geven aan dat de betekenis van het geloof niet van vroeger is, maar van vandaag op weg naar morgen. Waar de liefde van God gestalte krijgt, daar ís Christus present, en God dus aanwezig. Dat gebeurt aan het avondmaal. Niet in een wonderbaarlijke verandering van brood en wijn, maar in de liefde waar we van en uit mogen leven. Als gemeente stellen we Christus present, wanneer de liefde heerst.

Met díe boodschap worden we na het avondmaal weer de wereld in gestuurd. Om die liefde zelf waar te gaan maken en inhoud te geven. De voorbeden echoën daarbij als opdrachten in ons achterhoofd. En de zegen krijgen we dáártoe mee. Niet als einde van de dienst, maar als begin van de dienst, de dienst in de wereld.

Amen

4 februari 2024
Wouter Slob
Maranathakerk
Jesaja 1: 10-17 Hebreeën 10: 19-25