Alle preken

In den beginne was het Woord

Gaat de geboorte van Jezus over de Schepping?

Zusters en broeders,

Raadselachtige woorden, toch een beetje. ‘In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God’. We hebben ze vast vaker gehoor (zo met kerst) en net als de herders, de wijzen en de os en ezel horen ze er een beetje bij. Maar eigenlijk schuilt er een ongelofelijke wereld achter de woorden, waarvan de reikwijdte niet overschat kan worden. Het gaat om een manier van denken die ons eigenlijk vreemd is geworden, en zelfs wat moeilijk te snappen. Want het gaat om een scheppingsverhaal. En dat is een beetje gek, want de aarde bestaat al eeuwenlang als Johannes schrijft dat het Licht in de wereld komt. Als wij over schepping denken, dan denken wij aan het begin. Dan denken wij aan het verhaal in Genesis, de eerste bladzijden van de Bijbel. En velen denken dan óók aan Darwin, en de evolutietheorie. En hoe dat nou moet, want klopt dat dan met de Bijbel? Als wij aan de schepping denken, dan denken wij aan de geschiedenis van de natuur; hoe alle dingen zijn ontstaan en hoe het begon. En niet weinigen hebben dan het gevoel dat de wetenschappelijk inzichten dan strijdig zijn met de Bijbelse inzichten.

In de Bijbel zelf, is dat niet aan de orde. Is dat natuurlijk niet aan de orde, want in de Bijbel hadden ze nog nooit van Darwin en zijn evolutietheorie gehoord. Strijd dáármee is niet waar de Bijbelse schepping over gaat. En eigenlijk gáát het ook niet om een theorie over hoe de wereld en de dingen en de kosmos begonnen zijn. Maar eerder over hoe het eindigt, waar het op uit mag lopen. Gaat het erover wat het allemaal betekent. Dat het geen chaos blijft, en een struggle for life, waarbij het recht van de sterkste geldt. Maar dat God orde brengt in de chaos, en dat dat goed is.

Dáárover schrijft Johannes, als hij over het Woord spreekt. Natuurlijk gaat het bij het vleesgeworden Woord  om de vervulling van de Schriften, en klinken de profetieën uit het Oude Testament daar in mee. Ook vandaag lezen we uit Jesaja en horen we van God die koning is. Met deze woorden van Jesaja gaven de vroegste Christenen stem aan hun ervaringen met Jezus. Ze herkenden de zeggingskracht van God in deze man.

Maar de link met het Oude Testament is niet de enige reden waarom Johannes zo nadrukkelijk over ‘het Woord’ spreekt. In het Griekse denken is dat Woord namelijk een breed en belangrijk begrip dat grote (om niet te zeggen: enorme) betekenis heeft. ‘Woord’ (in het Grieks: logos) betekent net als in het Nederlands ‘woord’. Maar het duidt óók ‘orde’ aan. En ‘organisatie’ en ‘rationaliteit’ en ‘samenhang’: structuur, kortom. De manier waarop de wereld, de werkelijkheid, de kosmos in elkaar zit, kan met juist dít woord worden aangeduid.

En dáármee was het begrip bij uitstek geschikt om het Joodse verhaal van de schepping met dat Griekse denken te combineren. Want met wóórden brengt God de wereld tot aanschijn. God sprak immers, en zie het was licht. God sprak, en zie de wateren scheidden zich, God sprak en er kwam onderscheid tussen planten en bomen, de levende wezens, de dieren en de mensen. God brengt orde aan in de chaos, door dingen te benoemen. Door woorden te spreken en verschil te maken tussen ‘dit’ en ‘dat’. Tussen tafel en stoel. Als dat verschil er niet was, zou het allemaal (laten we zeggen:) huisraad zijn. Maar ‘huisraad’ moet verschillen van ‘wat op de stoep staat’. Als dat verschil (tussen binnen en buiten de deur) er niet was, dan zou het toch allemaal vallen onder het begrip ‘onze straat’. Steeds gaat dit om begrippen en benoemen, en hoe nauwkeurig we de onderscheiden maken. Of hoe ruim. Want ‘onze straat’ vormt samen met andere straten ‘onze wijk’, en nog wat groter is alles, voor je het weet, ‘Nijmegen’. Voor je het weet is alles Nederland, Europe, wereld, kosmos. Voor je het weet is dan Alles alles en is er geen betekenisvol verschil. Zonder verschil, wordt alles onverschillig: chaos zonder betekenis. Met spreken, benoemen, brengt God structuur en orde aan, en máákt Hij het verschil. En doet het ertoe.

De Bijbelse opvatting van schepping gaat híerover: dat God orde aanbrengt in de chaos, door onderscheid aan te brengen en zo: betekenis. Het gaat niet om de allereerste nanoseconde van het universum, maar om de betekenis van de werkelijkheid. Het gaat dus ook niet zomaar om mega-lang geleden aan het begin van de tijd, maar gaat om het verband, het verbond, de verbinding van God met de wereld. De schepping is niet ooit een keer begonnen en verder: ‘redt-je-je-er-maar-mee’. Nee, God laat die schepping niet in de steek, en wordt er zelfs deel van. Want de betekenis van de schepping gaat Hem kennelijk aan het hart.

Dát klinkt allemaal mee, als Johannes spreekt van het Woord dat in het begin was, het Woord dat bij God was, het Woord dat God was. Zonder dat Woord is niets ontstaan van wat bestaat. In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen. In het vleesgeworden Woord is de hele werkelijkheid samengebald. In dit kindje is alle waarheid te vinden. Alle waarheid, in het midden van de tijd. Alle waarheid van dat moment, maar ook van alles wat er aan vooraf ging en wat er achter aan kwam; komt. Een duizelingwekkende gedachte, die we maar nauwelijks bevatten kunnen. Want alles wat er is, was en zal zijn, ontleent betekenis aan dit kind.

Het is een manier van denken die ons vreemd is geworden, en die niet zo makkelijk is. Maar het gaat erom dat de schepping niet zozeer vanaf het begin, maar vanuit het hoogtepunt gedacht moet worden. Dat het er niet om gaat of Genesis een juiste beschrijving is van het oerbegin en dat we daarmee natuurwetenschappelijke theorieën als die van de oerknal zouden moeten ontkennen. Het gaat veeleer om dat de tijd een centrum heeft waarin Gods bedoelingen met de wereld duidelijk worden. Het gaat er om dat de wereld niet een neutrale en onverschillige klomp materie is, maar betekenis mag hebben in het licht van God, geladen mag zijn met Gods bedoelingen. En zo, in Christus, herschapen mag worden. Met de vleeswording van het Woord, is de scheppingsorde deel van de wereld geworden. Krijgen wíj toegang tot die waarheid, en mogen we daar zelf deel van uitmaken. Als wij herschapen worden in de liefde van God, krijgt ook ons leven betekenis in die werkelijkheid. Ook ons leven mag méér zijn dan de biologie van het lichaam, dan het vlees en de botten, de moleculen en atomen. Want wie wij zijn, is méér dan het lijf, omdat wij van betekenis mogen zijn.

Die gedachte van de vleeswording van het Woord is ‘groot’ en kan nauwelijks worden overschat. Het heeft een enorme invloed om het denken, op de wereldgeschiedenis, op de kunst gehad; voor vandaag houden we het wat klein. Want het mag allemaal ook gewoon met ons eigen leven te maken hebben.

Met kerst vieren we de geboorte van het kerstkind, we zingen van herders, engelen, wijzen en schapen. We versieren onze huizen, onze straten, onze levens. We zoeken gezelligheid, en kunnen ons daarom ook extra eenzaam voelen als daar wat in ontbreekt of mankeert. Maar waar het ten diepste over gaat met kerst is dat de hemel op aarde is gekomen. Dat God zich verbonden heeft met de schepping. En dat het niet langer gaat om dingen, spullen, en materie maar om betekenis. Ook van onszelf.

Want in dat kind toont God zich in Zijn kwetsbaarheid. Niet met kosmische overmacht, komt de heerschappij van God. Niet met geweld, dring de koning zich op. Geen onderdanigheid eist deze vorst. Want in alle teer- en kwetsbaarheid, levert God zich uit aan de schepping. God biedt zich aan, nodigt ons uit. En loopt willens en wetens het risico dat de schepping, de mensheid, er niets van wil weten. En dat al het kwetsbare en tere kan worden opgeofferd aan eigen belang. Met Goede Vrijdag zal dat blijken. In Jezus zal God ten prooi vallen aan de belangen van zelfzuchtige machthebbers.

God durft het aan, om zich bloot te stellen aan hoe de wereld. Niet als een historisch verhaal waarvan de zeggingskracht afhankelijk is van of het wel klopt. Maar als betekenis die met dit kind in de wereld is gekomen en nooit meer is weggegaan. Ook om onze betekenis gaat het, als wíj zijn uitgenodigd om dat kind te aanbidden. Om ons zorgen te maken over de kwetsbaar- en teerheid van dit kind, om ons te bekommeren om alles wat uitgerangeerd is en vertrapt wordt. De betekenis van het vleesgeworden Woord ligt in de liefde, die het kind oproept en die wij waar mogen maken. Dan worden wij herschapen, als we deel van Gods plan willen zjn.

Dat is de waarheid van God, de waarheid die in dat goddelijk Woord besloten ligt. Dat wij de liefde waar maken. Dat we de waarde van dingen kunnen en durven zien en dat we daar dienstbaar aan willen zijn. Dat ons hart vervuld mag zijn van dankbaarheid. En dat gaat dus niet om lang geleden. Het gaat niet om de vraag of Genesis of Darwin gelijk had. Het gaat ook niet om de vraag of het een stal of een geboortegrot was. Of welke sterrenbeeld de wijzen dan wel niet precies hadden kunnen waarnemen. Het gaat zelfs niet om de vraag of het woord ‘maagd’ in verband met Maria wel het juiste begrip is. Het gaat erom dat wijzelf deel mogen zijn van dat verhaal van kerst, als wíj dat kind gaan aanbidden. Als herders, verbijsterd en overrompeld over wat we te horen kregen. Of als de wijzen, die uit verre landen hun rijkdommen komen aanbieden. Rijkdommen die we niet als verdienste meenemen, maar ten dienste stellen.

Kerst mag ons leven veranderen, omdat het de mogelijkheid biedt om naar de bedoelingen van God te leven. Om van, maar ook uit de liefde van God te leven. En daarmee de vrede waar te maken, de vrede die uit de liefde voortkomt.

Amen

25 december 2023
Wouter Slob
Maranathakerk
Jesaja 52: 7-10 Johannes 1: 1-14